Flitsridder ten strijde





 

Volgens natuurkundig ir. Joop van Berkum klopt er niets van de snelheidsmetingen die de politie toepast op veel flitslocaties. Te vuur en te zwaard vecht hij tegen de overheid om zijn gelijk te halen.

"Er worden onvoorstelbare fouten gemaakt. Wetenschappelijke wijsheden worden keer op keer terzijde geschoven. Dat kan en mag niet gebeuren in ons land. Het recht moet zegevieren, vandaar dat ik in hoger beroep ga tegen mijn flitsboete. Als ik gelijk krijg, betekent dat een bom onder veel bekeuringen die zijn uitgedeeld."

Van Berkum weet waar hij het over heeft. Als oud-docent aan de Faculteit der technische natuurwetenschappen van de TU Delft houdt hij nog regelmatig lezingen en masterclasses. "Ik ben geen seniele oude man van 78 jaar, maar iemand die gewoon zijn wetenschappelijke kennis en de 'Conceptvoorschriften meetmiddelen politie' gebruikt om orde op zaken te stellen. Zeker in dit geval waar het om snelheidsmetingen gaat."

Op 31 december 2015 reed Van Berkum in zijn Volvo op de Groene Kruisweg op het Zuid-Hollandse Voorne-Putten. "Ik weet nog dat iedereen daar snelheid minderde, omdat het een bekende flitslocatie is. Ik weet zeker dat ik daar niet te hard reed. Mijn verbazing was dan ook groot toen ik een paar weken later een enveloppe van het CJIB in de bus kreeg met een boete van EUR 94."

Overtuigd van zijn gelijk vroeg Van Berkum de foto's van de overtreding op. "Toen ik die bekeek vielen de schellen pas echt van mijn ogen. Ik zou 64 km/u hebben gereden. Die snelheid is bepaald door te meten hoe lang ik erover deed om van één meetlus naar een volgende 2,50 meter verop gelegen meetlus te komen. In mijn geval ging het om 0,261 seconden. Doorrekenend zou ik dan dus slechts 35 km/u gereden hebben."

Maar Van Berkum werd niet in het gelijk gesteld. "De rechters snapten het gewoon niet. De eerste zitting werd dan ook verdaagd en ook in de tweede zitting werd de officier weggestuurd met de opdracht te bewijzen dat ik 64 km/u reed, waar je 50 km/u mag. De derde keer waren ze er kennelijk klaar mee en negeerde de kantonrechter in zijn vonnis al mijn argumenten."

"Ik ben geschrokken van het feit dat noch de officier van justitie noch de kantonrechter blijkbaar weet hoe een snelheidsmeting plaatsvindt met behulp van een detectorsnelheidsmeter", vervolgt de ingenieur.

De Centrale Verwerking Openbaar Ministerie in Utrecht zegt met vertrouwen het hoger beroep van Van Berkum tegemoet te zien. "We twijfelen niet aan de uitspraak van de kantonrechter en gaan er van uit dat het Hof ons ook in het gelijk stelt", zegt een woordvoerder.

"Wij stellen dat de intervaltijd van 0,261 seconden geen betrekking heeft op de lusafstand, maar de tijd is tussen de twee foto's. Op basis van de gemeten snelheid, in combinatie met de intervaltijd, kan de verplaatsing worden berekend."

"Het is de bekende tunnelvisie", meent Van Berkum. "De foto's worden genomen omdat je over een detectielus rijdt en na 2,5 meter nog een keer. Daarom liggen die lussen er nu eenmaal."

 
 
Bron: Telegraaf
 
  16-6-2017  


|

FlitsKaart