’De politie moet geen hardrijders pakken, maar boeven vangen’





 

AMERSFOORT -De politie van Flevoland heeft een goeie aan hem. H.J. Vonhof uit Amersfoort kreeg onlangs vier bekeuringen op rij thuis. De bekeuringen waren voor te hard rijden in het poldergebied van Zeewolde. De Amersfoorter is er zeer boos over.



,,Ik rijd al jaren door de polder naar Friesland. Zonder ooit een bekeuring te hebben gekregen. Maar dat was dus afgelopen, toen ze een flitspaal hebben neergezet voor de stoplichten op de kruising van de Spiekweg en de Gooiseweg. Daar moet je opeens van 100 naar 70 kilometer per uur.’’



Belachelijk vindt Vonhof het. ,Het is er erg rustig, je ziet al een kilometer lang dat het licht op groen staat, dus je rijdt er gewoon door.’’



Dat wil zeggen: Vonhof ‘reed’ gewoon door. Nu heeft hij geleerd op de stille polderwegen in Zeewolde ook echt snelheid te minderen: ,,Ik ga tegenwoordig op de rem staan, met het risico dat er eentje achterop komt vliegen.’’



Meer nog dan de totale boete - 316 euro - maakt Vonhof zich kwaad over de prioriteitstelling bij de politie. De uitspraak ‘ga toch boeven vangen’ komt hem zeer bekend voor.



Vonhof: ,,Ik las vanochtend nog in de krant het bericht van de vier meisjes die op de Heiligenbergerweg in Amersfoort zijn mishandeld. Het is een schande dat hier niks aan gebeurt. Te weinig agenten. Als je er bij de politie wat van zegt, krijg je als antwoord: moet je in Den Haag zijn.’’



,,Toch denk ik dat we als land verkeerd bezig zijn. Als je je boete niet betaalt, ga je de cel in. Maar zware misdadigers worden vrijgesproken, het is te gek voor woorden.’’



,,Of dat verandert? Ik heb de televisie aan staan, ik zie Balkenende voor me. We moeten wat aan de veiligheid doen, zegt hij. Maar ik moet het nog zien dat er wat aan wordt gedaan..’’



Hardrijden, door rood rijden, bumperkleven, Vonhof zegt het niet goed te willen praten. Het gaat hem om de accenten die de politie legt: ,,Trouwens, op bumperkleven zullen ze mij nooit betrappen. Ik ben al wat ouder en houd zeker honderd meter afstand op mijn voorganger.’’

 
 
Bron: Utrechts Nieuwsblad
 
  16-6-2003  


|

FlitsKaart