Dertig procent door snelheid





 

Internationale studies wijzen uit dat tussen 25% en 35% van de ongevallen wordt veroorzaakt door snelheid. Wat men internationaal kan, kunnen wij in Nederland ook, moet het SWOV gedacht hebben, toen zij besloot geld te steken in een onderzoek, waaruit min of meer hetzelfde getal rolt, voor Nederland.



Tussen de 20% en 25% van alle verkeersongevallen wordt in Nederland veroorzaakt door snelheid, een deelonderzoek dat in de opvolger van het rapport “Veilig, wat heet veilig?” gepubliceerd zal worden. Dit opvolgende rapport is al klaar en ligt sinds
juni dit jaar op de plank om gepubliceerd te worden. De tussentijdse resultaten heeft SWOV al wel doorgespeeld aan onder meer BVOM, 3VO en het Ministerie van V&W. Bedroevend dat alleen de bevriende anti-auto-organisaties hier een kopie van hebben gekregen. Kennis is macht en opponenten moeten dom worden gehouden.



De grootste ongevalsoorzaak in Nederland wordt omschreven als 'de macht over het stuur verliezen'. 3VO lekte al informatie uit het ongepubliceerde SWOV-rapport, namelijk dat dit hetzelfde is als 'te hard rijden'. SWOV probeert een schatting te maken,
terwijl mensen in ons internationale netwerk driftig de ongevalscijfers in eigen land analyseren.



Het begrip 'te hard rijden' wordt in ons netwerk gedefiniëerd als te snel voor de gegeven omstandigheden. Dat kan boven maar dus ook onder de limiet zijn.



Onze Australische bronnen vertellen ons, dat de ongevalsanalyse niet zo professioneel is. Vaak wordt dit uitgevoerd door een doodgewone politie-agent die niet speciaal voor dit werk is opgeleid. De agent gaat vanuit zijn normale werk snel op zoek naar een verkeersovertreding, hierbij wordt een snelheidsovertreding al snel in het ongevalsrapport opgeschreven. Dit soort analyses staan ook sterk onder invloed
van Australische reclamespots die de burgers op de gevaren van snelheid wijzen. Volgens de verklaring van een politie-agent haalden de getallen van 40% weliswaar de pers, maar in realiteit zou het aantal ongevallen met te hoge snelheid voor de omstandigheden op 4% liggen.



De Canadezen hebben ook hun ongevalscijfers geanalyseerd. De cijfers van 30% verkeersdoden wegens 'te hard rijden' werden verder ontrafeld. Het aantal ongevallen waarbij de snelheid te hoog lag voor de omstandigheden bleek op 5% te liggen; dit na aftrek van 'rijden onder invloed' en 'gepaste snelheid naar omstandigheden' (ongeacht de limiet). Het Canadese 5% werd in overleg met de politie berekend. Een belangrijk punt in de Canadese situatie is, dat ten tijde van de invoering van
snelheidscontroles, de overheid tegelijkertijd bezuinigde op de budgetten van ongevalsanalyse en de verwerking van de ongevalsrapporten.



De Britten hebben ook ongevallenstudies gepubliceerd waaruit bleek dat 30% van de ongevallen te wijten was aan te hoge snelheid. In overleg met de politie werden deze
cijfers onder de loep gelegd. Hieruit bleek dat het aantal ongevallen met 'te hoge snelheid voor omstandigheden' op 7% lag. De eindconclusie is, dat intensieve snelheidscontroles alleen gericht zijn op een heel klein onderdeel van verkeersonveiligheid.



In Nederland is ongevalsanalyse professioneler geregeld. Het aantal ongevallen wegens 'te snel rijden' ligt al jaren tussen de 2.5% en 3.5%.



De studie van SWOV is dus de omgekeerde wereld ten opzichte van wat onze internationale partners hebben gedaan. Onze partners hebben namelijk in hun analyse de kwaliteit van de cijfers bestudeerd en geconcludeerd dat de gepubliceerde ongevalscijfers met betrekking tot snelheid sterk vervuild waren.



Vervolgens heeft men de ruis uit de cijfers gehaald. In Nederland is de kwaliteit van de cijfers vrij goed, terwijl het SWOV met haar studie juist extra ruis in de cijfers introduceert. Daarom spreekt SWOV politiek correct en voorzichtig over een “schatting”.

 
 
Bron: Flitsservice
 
  11-8-2003  


|

FlitsKaart