Eindelijk aanpak benzinedief





 

SOESTERBERG, dinsdag 06-06-2006

Na jarenlang toekijken opent het openbaar ministerie de aanval op benzinedieven. Die slaan, mede door de hoge brandstofprijzen, steeds vaker toe en gaan in ruim de helft van de gevallen vrijuit.



Een team van het door landelijk verkeersofficier Koos Spee geleide Bureau Verkeershandhaving OM gaat het illegaal tanken te lijf. Jaarlijks wordt vaker dan 30.000 keer voor gemiddeld 60 euro aan benzine geroofd. Zo’n 15.000 keer wordt gebruikgemaakt van gestolen nummerplaten om de bewakingscamera’s te omzeilen.



Mr. Spee: „Het spel is uit, voor recidivisten en gebruikers van valse kentekens is geen pardon meer. Zij worden vervolgd en kunnen een celstraf van maximaal vier jaar krijgen. De ministeries van Justitie en Verkeer besloten in 2003, toen de branche ook al de noodklok luidde, dat pomphouders eerst zelf preventieve maatregelen moesten nemen. Na evaluatie zijn we tot de conclusie gekomen dat men dat gedaan heeft, maar dat te vaak geen verhaal mogelijk blijkt. Onder andere door gestolen platen.”



De Belangenvereniging Tankstationhouders is dolblij dat de politie het probleem eindelijk erkent. „Want we zijn jarenlang in de steek gelaten”, zegt BeTa-voorzitter Ewout Klok. „Benzinediefstal was ons probleem en niet van de politie. We hebben zelf moeten afdwingen dat we deurwaarders mogen inschakelen om achter de dieven aan te gaan. Gelukkig is het in onze vele gesprekken ook tot Spee doorgedrongen dat er veel meer aan de hand is.”





Pomphouders kunnen 24 uur aangifte doen



SOESTERBERG, dinsdag 06-06-2006

Dankzij een nieuwe databank kunnen pomphouders die slachtoffer zijn van benzinedieven via internet direct aangifte doen bij het Bureau Verkeershandhaving OM. Diezelfde nacht nog bekijkt men daar de kentekens van de dieven. Als het een echte nummerplaat betreft, wordt onderzocht of de houder vaker brandstof heeft gestolen. Driemaal staat garant voor een gang naar de rechter. Bij valse kentekens volgt voortaan altijd strafrechtelijk onderzoek.


Spee: „Foto’s van de boosdoener zijn van groot belang. De recherche bekijkt of zo’n figuur bekend is bij de politie in de omgeving of bij de wijkagent. Als hij in een zwarte Opel rijdt met het gestolen kenteken van een witte Ford, laten we desnoods een onopvallende surveillancewagen speuren naar zo’n voertuig. Bijvoorbeeld met de camera’s van het SBS-programma Wegmisbruikers aan boord, zodat we op tv kunnen tonen hoe we de dief in de kraag vatten. Binnen zes weken moeten de eerste notoire benzinerovers zich voor de rechter verantwoorden.”


Pomphouders lijden steeds zwaarder onder roof. Van de 4000 tankstations hebben inmiddels de meeste dure camerabeveiliging. Maar als een pomphouder iemand ziet vluchten en diens kenteken controleert op de site van de RDW, blijkt dit vaak niet te corresponderen met kleur en type auto. Waarna wordt besloten het er bij te laten. Omdat inschakelen van deurwaarders duur en zinloos is en het OM tot heden geen onderzoek instelde waardoor aangifte zinloos was.


Spee: „Vanaf nu heeft dat dus wel zin. Valse platen baren ons grote zorgen. Lui die zo rondrijden, hebben vaak meer op hun kerfstok. De kentekens worden van geparkeerde voertuigen gestolen of in wasstraten achterover gedrukt. Zeker is dat ze beter aan de auto moeten worden vastgeschroefd.”


Een in 2005 acht keer door roof gedupeerde pomphouder langs de A7 juicht het offensief toe: „Spee wordt altijd maar ’die flitsofficier’ genoemd. Nu laat hij zien dat ook aanpak van dit soort criminelen zwaar weegt.”

 
 
Bron: De Telegraaf (abonnee gedeelte)
 
  6-6-2006  


|

FlitsKaart