Extra aandacht voor onnodig links rijden





 

Het Korps landelijke politiediensten (KLPD) gaat in de maand april extra aandacht besteden aan onnodig links rijden en andere gedragingen uit de ergernis top tien.

De Verkeerspolitie van het KLPD heeft onder motorrijders, onder het motto ‘motor in het vizier’, een enquête gehouden. In totaal reageerden ruim 6200 motorrijders. Een aantal van de ergernissen staat ook in de huidige ergernis top tien die het KLPD in 2010 samenstelde: (tussen haakjes de plaats in de algemene ergernis top tien)

1. Onnodig links rijden (4)
2. Richtingaanwijzer niet gebruiken (10)
3. Onvoldoende afstand houden (1)
4. Peuken en rommel weggooien
5. Kwaliteit wegdek/drempels
6. Onjuist afgestelde verlichting
7. Telefoon vasthouden bellen/sms’en
8. Laat stoppen in voorrangsituaties
9. Inhalende vrachtauto’s
10. Rijden met alcohol en drugs (2)

De Verkeerspolitie zet voor deze campagne opvallende en onopvallende surveillancevoertuigen in die dagelijks toezicht houden op het snelwegennet in de Randstad en de hoofdtransportassen. Met de komst van bredere snelwegen en spitsstroken blijven weggebruikers vaak in het midden rijden, terwijl de rechts gelegen rijstroken daardoor ongebruikt blijven. Dit vermindert de capaciteit van de weg en wekt irritatie op bij weggebruikers die wel rechts rijden. Zij dienen meerdere rijstroken over te steken bij een inhaalmanoeuvre, omdat rechts inhalen in die situatie niet is toegestaan.

Zoveel mogelijk rechts houden is nog steeds de basisregel in Nederland en kan bij het niet opvolgen daarvan een bekeuring opleveren van 100 euro, daar bovenop komen nog de administratiekosten van 6 euro.

Enquête
De enquête is gehouden om de aandacht te vestigen op het nieuwe motorseizoen om zowel de motorrijder als de automobilist bewust te maken dat deze periode er weer aankomt. Rond de maand april is de ‘winterstop’ ten einde en verschijnen weer meer motorrijders op de weg. Motorrijders zijn relatief kwetsbaar en lopen daarom vaak letsel op wanneer zij betrokken zijn bij een verkeersongeval. Zien en gezien worden is hierbij van levensbelang.

Onder motorrijders vallen – naast slachtoffers door ongeval met ander gemotoriseerd verkeer – ook veel slachtoffers als gevolg van eenzijdige ongevallen. Het aantal verkeersdoden is de laatste drie jaar licht toegenomen en het aantal ernstige verkeersgewonden is onder deze groep toegenomen. Van 2006 tot 2009 is het aantal dodelijke slachtoffers opgelopen van 59 tot 70, dat is meer dan 10% van het totale aantal dodelijke verkeersslachtoffers, terwijl motorrijders daar niet meer dan 10% van uitmaken. Motorrijders mogen dan een stoer imago hebben, ze zijn wel zwakke verkeersdeelnemers. Ze raken vaak bij ongevallen betrokken, omdat automobilisten hen niet zien. Ze zijn dan van externe omstandigheden afhankelijk hoe ze het er van afbrengen.

Een goede voorbereiding voordat de motor van stal wordt gehaald na deze ‘winterstop’ is een vereiste. Motorrijders die de eerste voorjaarsrit maken, doen er goed aan hun motor eerst rijklaar te (laten) maken, een rijvaardigheidstraining te volgen en goede, zichtbare en beschermende kleding aan te trekken.

Veertig motorrijders die de enquête hebben ingevuld zijn geselecteerd en hebben een rijvaardigheidstraining gevolgd bij politiemotorinstructeurs van het KLPD.

 
 
Bron: KLPD
 
  4-2-2011  


|

FlitsKaart