Gedurfd verkeersplan CDA





 

Het voorgestelde plan van het CDA is gedurfd. Niet alleen stelt men voor om 250 kilometer meer asfalt aan te leggen, ook moet er geïnvesteerd worden in de trein.



Op alle details van het plan zullen uiteraard voor en tegenstanders bevinden. Het uitgangspunt van het CDA plan is echter zeer moedig te noemen. Jarenlang waren voorstellen voor meer asfalt politiek “not done”, zoals de commissie schrijft, met dit plan wil men de wurggreep tussen mobiliteit en milieu ontrafelen.



De commissie schrijft terecht dat de automobilist zich een melkkoe voelt. De burger heeft daarom wantrouwen tegen kwartjes van Kok, kilometerheffingen en rekeningrijden. Door dit wantrouwen krijgt het milieu ook nog een slechte naam. In het CDA plan wordt het belangrijk gevonden om het vertrouwen van de burger terug te winnen.



Zaken als kilometerheffing of rekeningrijden kunnen pas worden ingevoerd wanneer men eerst een inhaalslag heeft gemaakt om de mobiliteit te verbeteren. Dus eerst meer asfalt, dan pas een nieuw heffingensysteem. Eerst het vertrouwen van de burger terug winnen, dan pas om nieuwe offers vragen. Eerst mensen de ruimte geven om te profiteren, dan pas het profijtbeginsel – de gebruiker betaalt. Het moment van kilometerheffing wordt dan ook pas in 2014 verwacht.



Het moderne mobiliteitsdenken van het CDA bestaat uit de ontrafeling van de ministeries van milieu en verkeer. Doordat zij beiden optraden, werd het terugdringen van de auto hoofdbeleid. Om echter de concurrentie in Europa beter te kunnen aangaan, met name richting oost Europa, moet Nederland beter bereikbaar worden. Het ministerie van verkeer (V&W) moet daarom zorgen voor betere doorstroming, het milieu ministerie (VROM) moet gaan zorgen voor een schonere doorstroming. Het milieu ministerie moet niet werken aan minder doorstroming, volgens het principe van “files bestrijden met files”.



Reeds genoemd is, meer asfalt voor betere doorstroming dus. Er valt ook te denken aan dubbeldekswegen, transferia en natuurlijk mag de trein niet achterblijven. Het milieu ministerie moet zich in hoogste prioriteit gaan bezighouden aan “de bron”, ofwel schonere brandstoffen met een accijnsbeleid dat ook een schonere brandstofmarkt stimuleert. De secundaire prioriteit is dat het milieu ministerie zich moet bezighouden met de effecten van mobiliteit. Dit ligt meer in roetfilters, geluidsschermen, stiller asfalt enzovoort.



Elementen hebben in het verleden geprobeerd om het systeem te verslaan – denk aan antiauto figuren die er alles aan gedaan hebben om de automobilist uit de auto te jagen. Het terugdringen van de auto heeft volgens het CDA plan een lagere prioriteit. Dit uit zich ook in de beprijzing.



Momenteel brengt de automobilist 10 miljard meer op, dan er aan hem besteed wordt. Dit moet veranderen door een infrastructuur fonds op te zetten. Hierin vloeien alle fondsen uit mobiliteit naartoe, die nodig zijn om wegen versneld te verbreden of door te trekken (zoals de A4 Midden Delftland). Omdat momenteel alle opbrengsten naar de algemene middelen gaan, ziet de automobilist minder goed welke waar hij voor zijn geld krijgt. Dat is volgens het CDA plan frustrerend en moedeloos makend, zeker als men over accijnsverhoging begint.



Geld uit mobiliteit moet dus in meerdere mate aan mobiliteit worden besteed. Dit noemt men een “bestemmingsheffing”. Er moet ook meer helderheid (transparantie) bestaan over de geldstromen. Het CDA plan gaat er vanuit dat de automobilist niet persé zit te wachten op een gratis rit, maar dat de automobilist wel wil weten dat zijn geld goed besteed wordt.



Al met al is het CDA plan een gedurfd plan, dat indruist tegen antiauto principes van de milieu lobby. Ook D66’er Boris van der Ham, PvdA’er Sharon Dijksma en uiteraard Groen Links’er Wijnand Duyvendak zagen weinig in het plan. Zij spraken nog steeds van oude ineffectieve maatregelen als flexibele werktijden, thuiswerken, kilometerheffing om de files op te lossen. Allen met onderliggende gedachte dat “mobiliteitspreventie” nog altijd de files zou kunnen oplossen. Vooral het D66 standpunt is teleurstellend, zij is coalitiepartner én liberaal. D66 kiest nog steeds voor mobiliteitspreventie en dus om de files maar te laten staan.



Twee jaar geleden stond er in het voorgestelde NVVP (Nationaal Verkeer en Vervoer Plan) een zinnetje “maar mobiliteit mag”. Het CDA gaat verder met dit plan waarin zij als uitgangspunt neemt dat mobiliteit noodzakelijk is voor welvaart. Met de milieu voorstellen in het plan komt het CDA ook nog eens tegemoet aan welzijnszaken.



Het CDA stelt overigens niet voor om -nieuwe- snelwegen aan te leggen, slechts om missende schakels door te trekken. Wat die missende schakels zijn, is (behalve doortrekking van de A4) onduidelijk.



Ongetwijfeld kan er in de beprijzing ook nog wel een aantal komma’s uitonderhandeld worden. De basisvisie van het CDA om mobiliteit en milieu tegelijkertijd aan te pakken, met mobiliteitsnoodzaak als basis uitgangspunt is politiek zeker een moedige maar ook de juiste richting!

 
 
Bron: Flitsservice.nl
 
  22-6-2004  


|

FlitsKaart