Het verwijt aan een 87-jarige automobilist uit Langedijk, dat hij op 30 maart op de provinciale weg ter hoogte van tuincentrum Ranzijn met een snelheid van vijftig kilometer per uur het verkeer in gevaar had gebracht, heeft bij de kantonrechter niet tot een veroordeling geleid.

Op de weg geldt een maximumsnelheid van tachtig kilometer. De Langedijker was die dag op zoek naar de afslag naar Stompetoren. Hij reed langzamer omdat de situatie ter plaatse recentelijk sterk veranderd was.

Officier van justitie A. Heij stelde, dat de autobestuurder door zijn lagere snelheid ten opzichte van het overige verkeer voor gevaar had gezorgd.

De openbaar aanklaagster vergeleek zijn rijgedrag met dat van iemand die ter plaatse dertig kilometer te snel rijdt. Ze noemde het rijden van de bejaarde chauffeur net zo gevaarlijk, omdat hij door zijn lage snelheid een kettingbotsing had kunnen veroorzaken. De officier van justitie verweet de automobilist bovendien, dat hij kort daarvoor even de afslag naar Oterleek was opgereden om vervolgens weer naar de provinciale weg terug te keren. Politieagenten hadden geconstateerd, dat achterop komende vrachtwagens door die manoeuvre sterk moesten afremmen. Mr. Heij eiste een boete van 180 euro en vier maanden voorwaardelijke rijontzegging. Kantonrechter P. Littooy was het er niet mee eens dat het rijden met wat lagere snelheid, zoekend naar de weg in dit geval gevaarzettend genoemd moest worden. Wel deelde de rechter de mening van de officier van justitie, dat de Langedijker niet op de juiste wijze de weg weer op was gedraaid. De autobestuurder kreeg daarvoor een voorwaardelijke boete van 180 euro opgelegd.