Harde kern geeft problemen, ook in verkeer…





 

Verschillende studies tonen aan dat verkeersongevallen een van de voornaamste oorzaken zijn van het overlijden van mensen onder de 25 jaar, in alle westerse, gemotoriseerde landen. De meeste ongevalsstudies zijn gericht op jonge autobestuurders en hun jonge medepassagiers.



Daarnaast vormen in Nederland jonge brom- en snorfietsers een specifieke groep met een uitzonderlijk hoog risico. Wat is de reden voor deze uitzonderlijk hoge ongevalsbetrokkenheid van jonge verkeersdeelnemers?



Onderzoek



In samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer hebben Traffic Test en de SWOV beide een onderzoek verricht om meer inzicht te krijgen in deze problematiek. Uit het onderzoek van Traffic Test "Probleemgroepen onder jonge bestuurders" blijkt dat er een groep zogenaamde 'hardcore' probleemjongeren is binnen de groep van jonge bestuurders van 18-24 jaar. Deze manifesteert zich door een hoge mate van afwijkend verkeersgedrag en een verhoudingsgewijs hoge betrokkenheid bij ongevallen.



Het SWOV-onderzoek richtte zich op de achterliggende oorzaken van de hoge ongevalsbetrokkenheid van jongeren en de samenhang tussen risicovol gedrag in het verkeer en risicovol gedrag op andere gebieden bij jongeren tussen 10 en 16 jaar.



Levensstijl



Het eerste deel van deze SWOV-studie bestond uit een literatuurstudie van de relevante psychologische en psychosociale theorieën en internationale onderzoeksresultaten. Uit empirisch onderzoek blijkt dat één van de belangrijkste oorzaken van de hoge ongevalsbetrokkenheid van jongeren hun grotere neiging tot risicovol gedrag is. Risicovol verkeersgedrag wordt in deze studies beschreven als een kenmerk van een groter patroon, namelijk de levensstijl van de adolescent, waarmee ook ander probleemgedrag van jongeren, zoals delinquentie, alcohol-en druggebruik kan worden verklaard. De levensstijl wordt bepaald door een combinatie van persoonlijkheids-, omgevings- en gedragsvariabelen, die samen de manier waarop een jongere in de wereld staat representeren.De bruikbaarheid van het begrip levensstijl, bij het beschrijven van risicovol gedrag, ligt in het feit dat de aandacht uitgaat naar de jongere in een groter verband, en niet naar de risicovolle gedragingen apart.



Probleemgedrag



Het tweede gedeelte van het SWOV-onderzoek bestond uit een empirisch onderzoek onder Nederlandse jongeren in de leeftijdscategorie 10 tot 16 jaar. De gebruikte gegevens waren afkomstig uit het "Health Behaviour in School-aged Children" (HBSC) vragenlijstonderzoek, waarin eenmalig een aantal verkeersvragen was opgenomen. Uit de analyse van de resultaten blijkt dat er inderdaad bepaalde groepen jongeren te identificeren zijn met een sterkere neiging om niet alleen risicovol verkeersgedrag, maar ook ander risicovol en probleemgedrag te vertonen (alcoholmisbruik, roken, gokken en pesten). Dit komt overeen met het bestaan van een probleem-of risicovol gedragssyndroom. Uit het onderzoek blijkt verder ook dat deze neiging naar probleemgedrag sterker is bij mannen en sterker wordt in de loop van de pubertijd. Bovendien onderschrijven de resultaten ook het belang van het concept levensstijl. Dat wil zeggen, er blijken bepaalde subgroepen te zijn onder jongeren met gemeenschappelijke levensstijlkarakteristieken. Jongeren met een neiging naar probleemgedrag worden onder meer gekenmerkt door slechte schoolprestaties en slechte gezondheid, een minder hechte en vrije relatie met de ouders, een sterker gevoel van ongelukkig zijn en de neiging veel tijd met vrienden 'rond te hangen'. De gezinsomstandigheden van de jongeren lijken minder van invloed te zijn. Er is geen invloed gevonden van het beroep van de ouders (Sociaal Economische Status) en ook probleemgedrag van de ouders lijkt niet of nauwelijks een rol te spelen bij het probleemgedrag van de jongeren.



Gedragsverandering



Over het algemeen ondersteunen deze resultaten de noodzaak voor meer uitgebreide preventie- en interventieprogramma's, waarin niet alleen het specifieke verkeersgerelateerde probleemgedrag wordt behandeld (zoals dronken achter het stuur, of het niet gebruiken van gordels), maar het hele levenspatroon van de jongere in beschouwing wordt genomen. Een algemeen probleem in de poging risicovol verkeersgedrag te beïnvloeden is dat diegenen die het meest bijdragen aan het probleem en dus degenen die je het liefst wilt beïnvloeden, het minst gevoelig zijn voor gedragsverandering door middel van dit soort programma's. De karaktertrekken, waarden en normen van de groep "hardcore" probleemjongeren zorgen ervoor dat gedragsverandering een moeilijke opgave wordt.




“Hard core” problem groups among adolescents, their magnitude and nature and the implications for road safety policies (R-2002-25)PDF

 
 
Bron: SWOV
 
  21-12-2002  


|

FlitsKaart