Het succes van de Nederlandse verkeersveiligheid





 

Het Nederlandse wegverkeer is de afgelopen decennia aanzienlijk veiliger geworden en samen met Engeland en Zweden behoort Nederland tot de veiligste landen in Europa. Toch telt Nederland elk jaar nog steeds bijna 1000 verkeersdoden en raken in het verkeer zo'n 20.000 mensen ernstig gewond.



Duizend doden. Elk van die doden is een incident, een 'ramp' op individueel niveau. Niet alleen op het menselijk vlak laat verkeersonveiligheid zijn sporen na. De maatschappelijke kosten van verkeersongevallen bedragen jaarlijks ruim 8 miljard euro. Toch is dit hoge aantal, ondanks het menselijk leed en de hoge kosten, geen 'ramp' in de ogen van de samenleving en krijgt het niet de aandacht van incidenten als Enschede of Volendam. Waarvan acte!



Valt Nederland hiermee ten prooi aan het eigen succes? Moeten we dan maar accepteren dat er in het verkeer 'slechts' duizend personen omkomen, van wie een kwart jonger dan 25 jaar is? Nee, zolang we weten wat we moeten doen om deze ongevallen te vermijden tegen maatschappelijk rendabele investeringen is er goede reden een verdere verbetering van de verkeersveiligheid na te streven. Ook als er minder overheidsgeld beschikbaar is, zoals nu het geval lijkt te zijn. We moeten dan op zoek naar maatregelen die de schatkist minder belasten. Het gaat daarbij qua omvang om relatief bescheiden, maar wel effectieve maatregelen die, als ze maar lang genoeg worden volgehouden, tot aanzienlijk minder slachtoffers zullen leiden. Ook in het verleden lag hierin ons succes.



Een paar suggesties voor de toekomst. Allereerst de snelheidsbeheersing. Er vallen 250 tot 300 doden als gevolg van harder rijden dan de gestelde limiet. Gegeven het massale karakter van het aantal snelheidsovertredingen is het wellicht tijd dat we het bestaande limietenstelsel heroverwegen, opnieuw limieten gaan vaststellen en deze ook streng gaan handhaven. Dat kan alleen als er daarvoor voldoende draagvlak in onze samenleving wordt gecreëerd. Een speerpunt voor de komende jaren?



De statistieken leren dat jonge en onervaren bestuurders, zowel bromfietsers als automobilisten, een relatief hoog risico lopen in het verkeer. Het onlangs gepresenteerde plan van de Minister van Verkeer en Waterstaat ('de Rijbewijsrevolutie') is een goed begin maar gaat mijns inziens nog niet ver genoeg. Leidt het pas mogen rijden op een bromfiets vanaf 18 jaar tot grote mobiliteitsproblemen? Als we hiertoe zouden besluiten zou het aantal verkeersdoden jaarlijks met 55 lager worden, ten opzichte van 15 minder doden bij toestemming vanaf 17 jaar, zoals de minister nu voorstelt. Als beginnende automobilisten 's nachts niet aan het verkeer zouden deelnemen – zoals in een aantal landen in de wereld al is ingevoerd -, zou dit het aantal doden met nog eens 40 reduceren. Ik begrijp heel goed dat ingrijpende consequenties aan de orde zijn bij dit soort beslissingen, maar het feit dat we jaarlijks tientallen verkeersdoden minder zouden kunnen krijgen, rechtvaardigt een serieuze bespreking van deze onorthodoxe en vergaande ideeën.



Ook infrastructurele aanpassingen kunnen bijdragen aan een voortgaand succes. De extra investeringen die nodig zijn om een duurzaam-veilige weginrichting te realiseren, vragen jaarlijks naar schatting een extra bedrag op de rijksbegroting van 100-150 miljoen euro. Een onderwerp om bij de komende kabinetsformatie afspraken over te maken?



Ook in de toekomst kunnen we successen boeken: minder dan 750 doden in 2010 is geen utopie maar nog steeds haalbaar.

 
 
Bron: SWOV
 
  20-3-2003  


|

FlitsKaart