Integrale verkeershandhaving in Zeeland





 

Het Zeeuwse snelheidsnet met ruim vijftig meetpunten op rijks-, provinciale en waterschapswegen gaat de provinciale politie adviseren over de meest gunstige surveillancelocaties. Dit moet het resultaat zijn van 'Integrale verkeershandhaving', een landelijke pilot die tot en met 2005 meer samenwerking moet teweegbrengen tussen bestuurders, wegbeheerders, politie en het openbaar ministerie op het gebied van verkeersveiligheid.



In Zeeland komt ‘samenwerken aan snelheid' het eerst aan bod.
Volgens secretaris Pohl van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Verkeer (IBV), schort het nu nog te veel aan samenspel tussen de bestuurlijke- en handhavingkolom.



‘Handhaving moet meer integreren in de totale verkeersaanpak, ofwel, de ‘muurtjes’ moeten worden geslecht.’ De prioriteiten op het gebied van verkeer en verkeersveiligheid worden ook nu al in de ‘driehoek’ bepaald, aldus Pohl, maar daar spreekt dan slechts één vertegenwoordiger namens de hele kolom. In de nieuwe opzet moet ook op lager niveau de communicatie en de persoonsbekendheid (wie doet wat) tussen de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke actoren verbeteren. Bij de huidige regionale handhavingteams ligt het primaat nadrukkelijk bij het openbaar ministerie en politie. Wegbeheerders hebben daarbij al gauw het idee slechts secundair betrokken te zijn.



De 'handhaving-nieuwe-stijl' met meer gelijkwaardigheid en gemeenschappelijk commitment kan volgens Pohl ook nu al buiten de proefregio's worden ingevoerd. 'Het doel is dat men elkaar ook binnen bestaande handhavingacties beter leert vinden.’
Zo moet het Zeeuwse snelheidsmeetnet, de politie en OM op het juiste spoor zetten waar controles de meeste zoden aan de dijk zetten. Als ergens incidenteel te hard gereden wordt, moet daar snel een motoragent met lasergun naar toe worden gestuurd. Daarnaast worden veranderingen door wegwerkzaamheden of sluiproutes voortaan aan de politie doorgespeeld.



Het is niet de bedoeling dat de Zeeuwse 'handhaving-nieuwe-stijl' alleen maar leidt tot meer bonnen, aldus Aart Lodder. Hij is manager verkeer en vervoer bij de provincie en was als oud-secretaris Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland (ROVZ) nauw betrokken bij de plannen.'Heel Nederland communiceert in processen-verbaal, zo lijkt het wel eens’, stelt hij, ‘maar in Zeeland willen wij komen tot bétere en meer gerichte handhaving, juist door het samenspel tussen bestuurders en handhavers.' In de nieuwe opzet wordt van alle partijen van meet af aan hun betrokkenheid en activiteit vastgelegd in een convenant Die partijen zijn: OM, politie de provincie, gemeenten en waterschappen, rijkswaterstaat en het ROVZ. Vooraf worden resultaatafspraken gemaakt op infrastructureel, preventief (bijvoorbeeld communicatie) en repressief gebied. Een handhavingsdoel kan bijvoorbeeld zijn dat pieken in het snelheidspatroon met een bepaald percentage gereduceerd worden, maar ook dat de markering op een aantal wegen verkeersveiliger uitgevoerd wordt. Overigens geeft de Zeeuwse verkeersgedeputeerde Jaap Hennekeij aan dat de mogelijkheden op infrastructureel gebied beperkt zijn.



'Je kunt bijvoorbeeld niet alles vol leggen met drempels. Dat wil niemand en bovendien is dat heel duur.’ Lodder weet dat goede handhaving voor circa 20 procent kan bijdragen aan het bereiken van de verkeersveiligheids-doelstelling. Dit percentage stoelt deels op een SWOV-studie en deels op de ervaringen in de Zeeuwse praktijk.



In het project worden tevens educatieve acties aan de handhaving gekoppeld. Zo gaat een team van 3VO en Slachtofferhulp in Zeeuwsch-Vlaanderen op stap met politiecontroles.

 
 
Bron: Verkeerskunde.nl
 
  20-9-2002  


|

FlitsKaart