Monti houdt prijsafspraken autofabrikanten in het oog





 

BRUSSEL - Europees Commissaris Mario Monti (Mededinging) zal scherp in de gaten houden of de autofabrikanten niet op een onterechte manier hun prijzen verhogen naar aanleiding van de nieuwe Europese regels voor de distributie van auto's. De automakers mogen daar onderling geen afspraken over maken omdat ze dan de Europese concurrentieregels overtreden.



"Ieder prijsgedrag dat buiten de normale werking van de markt valt, zal worden bekeken. Wij waken 24 uur per dag", aldus Monti gisteren na de presentatie van zijn nieuwe richtlijn.



Zoals deze krant gisteren meldde, hebben verschillende automakers hun nieuwe modellen voor de Nederlandse markt nu al in prijs verhoogd hoewel de nieuwe Europese regels pas op 1 oktober 2003 en deels zelfs in 2005 in werking treden. Het gaat o.m. om populaire merken als VW, Opel, Citroën en Peugeot.



Monti ontkent niet dat er prijsstijgingen kunnen optreden in landen met lage 'kale' prijzen (voor belastingen) zoals Nederland, omdat de prijzen in de hele EU meer naar elkaar toe zullen bewegen. Maar de eurocommissaris rekent erop dat die stijgingen beperkt zullen blijven door de onderlinge concurrentie tussen de verschillende merken.



Onder druk van het Europees Parlement, de Duitse auto-industrie en zijn
Duitse mede-commissarissen heeft Monti op het laatste moment nog een jaar extra overgangstermijn ingebouwd voordat er een vrije locatiekeuze komt voor autodealers. Pas op 1 oktober 2005 komt er een einde aan de huidige praktijk, waarbij dealers niet mogen concurreren in het territorium van een collega die hetzelfde merk verkoopt.



De rest van de nieuwe richtlijn gaat een jaar in per 1 oktober 2003. Vanaf dat moment kunnen autoproducenten kiezen voor een selectieve distributie (zonder locatiebeperkingen, dus dealers mogen overal in de EU auto's aanbieden) of het exclusieve systeem, waarbij de dealer zijn eigen territorium behoudt maar wel mag verkopen aan onafhankelijke kanalen zoals supermarkten, internethandelaren, 'grijze' dealers en tussenpersonen.



Ook hoeft een dealer geen service en reparaties meer aan te bieden; dat mag hij uitbesteden aan derden. Onafhankelijke reparateurs krijgen meer mogelijkheden om als officiële merkhersteller te opereren. Deze aanbieders krijgen vrije toegang tot de originele onderdelen, apparatuur en technische kennis die ze nodig hebben. De consument krijgt dus meer keus waar hij zijn auto laat repareren.



De autoproducenten halen naar schatting 30% van hun winst uit service en onderdelen. Verder wordt het verkopen van meerdere merken door één dealer in dezelfde showroom makkelijker gemaakt.



De bedoeling van de nieuwe regels is het bevorderen van de concurrentie, zowel bij nieuwe auto's als reparatie en onderhoud. Consumenten kunnen eenvoudiger in de hele EU rondshoppen, op zoek naar de goedkoopste auto. Dealers kunnen makkelijker over de grens opereren, auto's inkopen waar die het voordeligst zijn en aanbieden in een duur land. Zo kan een Nederlandse dealer auto's gaan verkopen in Engeland, waar de bruto prijzen tot de hoogste van Europa behoren. Het effect moet zijn dat de prijzen in Europa gemiddeld genomen zullen dalen. Nu lopen de prijzen binnen de Unie nog uiteen, soms wel tot 40 à 50%. Dat is niet alleen uit verschillen in belastingtarieven te verklaren.

 
 
Bron: De Telegraaf
 
  16-7-2002  


|

FlitsKaart