VEGHEL - De gemeente Veghel dringt bij de Tweede Kamer opnieuw aan op een eerlijkere verdeling van de opbrengsten van flitskasten. Veghel wacht al sinds 2000 tot de Tweede Kamer tot actie overgaat, maar die lijkt vooralsnog geen stappen te ondernemen. Zij hoopt dat de nieuwe minister van Verkeer en Waterstaat K. Peijs er wel werk van maakt.



Veghel besefte bij de plaatsing van de twee radarkasten langs de N265 dat er een ongelijke verdeling van de gelden was. Het plaatsen van de apparatuur alleen al kostte de gemeente ongeveer een ton. Veghel draait sindsdien ook op voor de politiecontrole en de uren die de politie besteedt aan het verwisselen en ontwikkelen van de filmrolletjes. Terwijl de kasten op 'rijksgrond' staan en het ministerie van Justitie alle opbrengsten krijgt. Volgens een rekensommetje van wethouder J. Kerkhof krijgt het Rijk alleen al van de Veghelse kasten zo'n een miljoen euro per jaar binnen. "We hebben eens 22.000 bekeuringen per jaar geteld, met een gemiddelde van zeg maar veertig euro. Reken maar uit. Wij betalen het van a tot z en de opbrengst gaat naar de portemonnee van de minister." Veghel vond gehoor bij VVD-Kamerlid J. Niederer. Hij bracht de zaak onder de aandacht in de Tweede Kamer, die een motie aannam waarin staat dat het billijk is dat een deel van de opbrengsten van verkeers!
boetes ten goede komen aan de gemeenten. Die moeten het dan weer investeren in verkeersveiligheid. De regering moet echter nog met voorstellen komen hoe ze de gelden wil gaan verdelen. Dit is tot nu toe niet gebeurd. "We laten het er niet bij zitten", zegt wethouder J. Kerkhof. "Het is te gek dat wij al jaren miljoenen mislopen terwijl we dik investeren. Het gaat om verkeersveiligheid, waar we veel aan willen doen. Maar het rijk stelt de kaders en wij betalen." De herinneringsbrief die naar Den Haag is gegaan is mede ondertekend door het college van Breda, waar Niederer nu wethouder is. Gezamelijk hopen ze op meer succes.