Politie Friesland ziet het Flitsservice licht





 

De Friese politie wil af van het moeten innen van kleine verkeersboetes voor bijvoorbeeld drie of vier kilometer per uur te hard rijden. Lang niet iedere verkeersovertreding leidt tot onveiligheid. Daar toch bonnen voor schrijven is niet uit te leggen.

Dat zei directeur handhaving Gerhard van Hoeven van de Friese politie gisteren op een symposium van het Regionaal Orgaan Verkeersonveiligheid Fryslân (ROF). ,,Van alle snelheidsovertredingen zit 70 procent tussen de vier en de tien kilometer per uur. Dat zijn 6,3 miljoen bonnen. Excessen moeten we blijven aanpakken, maar de geautomatiseerde snelheidscontrole, de zogenaamde wegkantradar, mag er wat mij betreft vandaag nog uit”, aldus Van Hoeven.

Fiscalisering mag wat hem betreft ook: dan handelt de Belastingsdienst de flitsboetes af en heeft de politie er verder niks mee te maken. Dat schept ruimte voor de agenten om met minder capaciteit effectievere controles te doen. ,,Mensen die met alcohol op gaan rijden moeten en blijven we aanpakken. De verkeershufters blijven we aanpakken. Maar er zijn te veel verkeersovertredingen waar de relatie met de verkeersveiligheid ver te zoeken is, en waar handhaven dus onuitlegbaar is. Het vertrouwen van de burger in de politie heeft op dit gebied een dieptepunt bereikt en we zullen er veel aan moeten doen om dit te herstellen.”

Ook landelijk zitten verkeersagenten flink in hun maag met het gevoel dat ze vaak vooral controleren om de staatskas te spekken, zei Ron Berkhout van de Nederlandse Politieacademie. ,,De effectiviteit van controles neemt af en de kritiek neemt toe. Soms bekruipt me het gevoel: waar doe ik het voor? Natuurlijk, het gaat erom het aantal verkeersdoden omlaag te brengen, nu ruim zevenhonderd per jaar. Om het aantal ziekenhuisgewonden te verminderen, ruim negenduizend per jaar. Maar soms, soms heb ik ook wel eens het gevoel dat we het vooral voor de boetes doen.”

Willebrord Freijsen, hoofd Team Verkeer van het landelijk parket van het Openbaar Ministerie, stoort zich aan de houding van de agenten: we kunnen het niet uitleggen, dus we willen er vanaf. ,,Je moet het wél uitleggen! Verkeershandhaving is altíjd werken aan de verkeersveiligheid. 50 tot 60 procent van de verkeersboetes komt van de vijftig- of tachtigkilometerwegen. Als daar een trimmer plots oversteekt, is het wel degelijk van belang dat een auto precies tachtig rijdt.”

Dat vindt ook Egbert-Jan van Hasselt, de landelijk programmamanager Verkeer in Ontwikkeling bij de politie. ,,Op de snelweg is het zeker een punt dat een kleine overtreding niet direct afdoet aan de verkeersveiligheid. Maar op andere wegen kan drie, vier kilometer te hard wel degelijk het verschil maken tussen leven of dood. Je zult eerst duidelijker moeten maken wat de effecten zijn van geringe overtredingen, voor je kunt stellen dat er onredelijk wordt gecorrigeerd.”

 
 
Bron: Friesch Dagblad
 
  10-9-2010  


|

FlitsKaart