Prestatiecontracten politie moeten anders





 

DEN HAAG - De ervaringen met de eerste generatie prestatiecontracten met de politie zijn positief geweest, maar de nieuwe contracten die worden afgesloten, moeten anders worden opgesteld. Anders dreigt het risico dat de politie te veel bezig is met het uitschrijven van bonnen. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van het politiewerk.



Tot deze conclusie komt het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap van de Politieacademie. Dat heeft drie onderzoeken laten uitvoeren naar de effecten van prestatiesturing en prestatieconvenanten op het functioneren van de politie. Minister Johan Remkes van Binnenlandse Zaken nam het rapport dinsdag in ontvangst.



De onderzoekers hebben vastgesteld dat de negatieve neveneffecten, zoals de te grote fixatie op cijfers, zijn uitgebleven de afgelopen jaren. Ze vrezen echter dat politiek Den Haag de lat hoger legt voor de politiekorpsen, nu is gebleken dat aan de gestelde eisen is voldaan. Als dat gebeurt, is het risico dat agenten „op jacht gaan naar het uitschrijven van makkelijke bekeuringen” groter.



In de nieuwe prestatiecontracten die worden afgesloten, zou daarom ruimte moeten zijn voor eigen inbreng en initiatief van de politiemensen. Dat kan bijvoorbeeld door mensen te belonen die creatieve manieren bedenken om de resultaten te behalen.



Volgens de onderzoekers hebben de prestatiecontracten wel een positieve aanjagende rol gespeeld voor veel ontwikkelingen in de professionalisering van de politie. Ze hebben een einde gemaakt aan de grote mate van vrijblijvendheid in de sturing en verantwoording van de politie.

 
 
Bron: De Telegraaf
 
  6-6-2006  


|

FlitsKaart