Radarapparatuur hittebestendig ?





 

Met tropische temperaturen van 30 a 35 graden Celsius de afgelopen weken is de vraag gerezen of de meting van geringe snelheidsovertredingen nog wel nauwkeurig is geweest. De temperatuur van de vol in de zon staande afgesloten metalen radarkasten moet haast wel de in de Wet Verkeersmeetmiddelen Politie vastgelegde bovengrens van 60 graden Celsius overschreden hebben. Dit is belangrijk omdat er boven die temperatuur een niet meer binnen de toelaatbare fout liggend meetresultaat van de apparatuur is, maar een verloop-reactie. Sommige hebben zelfs een gebruiksbeperking tot 50 graden Celsius; een temperatuur die tijdens de hittegolf in een gesloten behuizing moeiteloos overschreden werd. In geparkeerd staande auto's is 80 graden geconstateerd.



Van 13 tot en met 23 juli werd het in een groot deel van het land dagelijks 25 graden of warmer. Op 15, 16, 19 en 20 juli waren op veel plaatsen zelfs tropische dagen van tenminste 30 graden. De hoogste temperatuur van 36 graden in de schaduw werd gemeten in Arcen Limburg op 16 juli.



Woordvoerder Anjo Bierman verklaarde dat het correct functioneren door zowel Gatso - Haarlem zelf als het NMI getest is en dat een koelsysteem zoals in warme landen in het ontwerp niet nodig geweest is. De kosten, onderlinge signaaloverdracht van componenten en eenvoudig te repareren zijn wel uitgangspunten geweest. Dat de belangen van Gatso en het NMI een rol spelen, stelt echter niet gerust. Evenmin als het niet openbaar zijn van de testrapportages.

 
 
Bron: Bron: 
 
  19-8-2003  


|

FlitsKaart