LEIDSCHENDAM - Het effect van een puntenrijbewijs op de verkeersveiligheid is vermoedelijk zeer gering. Dat zegt een woordvoerder van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) in Leidschendam. De stichting baseert zich daarbij o.m. op onderzoek dat is verricht in landen waar al een puntenrijbewijs is ingevoerd.



De belangrijkste voorwaarde om met succes een dergelijk systeem in te voeren, is een forse vergroting van de pakkans. "Je moet weggebruikers echt het gevoel geven dat ze bij een overtreding grote kans lopen te worden gepakt. Het is nog maar de vraag in hoeverre dat realiseerbaar is. Bovendien, bij een grote pakkans heb je eigenlijk geen puntenrijbewijs meer nodig. Verkeersdeelnemers kijken dan vanzelf wel uit", aldus de zegsman.



Een andere probleem is het groot aantal overtredingen dat wordt vastgesteld met behulp van camera's. "De bon gaat dan naar degene op wiens naam het kenteken staat. Het wil helemaal niet zeggen dat dit ook de bestuurder was. Dat moet je wel weten als er sprake is van een puntenrijbewijs."



De stichting zet ook vraagtekens bij het effect op de langere termijn. " In Frankrijk deed zich kort na de invoering een daling voor van het aantal overtredingen. Na verloop van tijd was er weer sprake van een duidelijke toename".



De SWOV deed in 1993 voor het eerst onderzoek naar de effecten van een puntenrijbewijs. Vanaf dat moment zijn vooral de ontwikkelingen gevolgd in de landen waar het is ingevoerd.