Target Automotive spant kort geding en bodemprocedure aan tegen de staat der Nederlanden





 

Als het aan de Minister ligt wordt er in Nederland met ingang van 1 januari 2004 een radar detector verbod van kracht. Noodzakelijk, volgens Karla Peijs, Minister van Verkeer en Waterstaat, omdat de verkeersveiligheid in het geding is. Radardetector bezitters zouden stelselmatig te hard rijden en daarmee de effectiviteit van de snelheidscontroles ondermijnen. Onzin, is onze stelling. Het hele voorstel is gebaseerd op aannames en ondeskundigheid bij het betrokken Ministerie.



Niet voor niets noemde een vooraanstaand Nederlands advocaat het voorstel van de Minister zelfs “borrelpraat”. Ook de Raad van State heeft zich uiterst kritisch uitgelaten over het voorgenomen verbod op de apparatuur. Op 19 december a.s. vecht Target Automotive het voorgenomen radardetector verbod in Kort Geding aan voor de rechtbank in Den Haag. Hieronder volgt een opsomming van de feiten. Om te beginnen staat Nederland volgens een onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid in de top 3 van meest verkeersveilige landen ter wereld.



Als ongevallen met fietsers en scooters niet worden meegerekend staat Nederland zelfs op de eerste plaats in deze lijst. De resultaten van het onderzoek worden des te opmerkelijker als we in beschouwing nemen dat Engeland in het onderzoek als tweede uit de bus komt en net als Nederland geen radardetector verbod kent. Saillant detail is dat de Engelse overheid een jarenlang verbod op radardetectoren in 1998 juist heeft opgeheven. Als leverancier van radardetectoren heeft Target Automotive het Ministerie in 2002 voorgesteld een, door onze organisatie te financieren, onderzoek te starten naar een eventuele relatie tussen radardetector bezit en betrokkenheid bij ongevallen. De reactie van het Ministerie was verbijsterend; “niet nodig, gaat te lang duren”. En dat terwijl diverse onderzoeken in de VS, Australië en Engeland nooit enig verband hebben aangetoond tussen radardetector bezit en verkeersonveilig gedrag.



Eén van de vele kritiekpunten van de Raad van State luidt: Waarom een radardetector proberen te verbieden als andere detectiemiddelen zoals GPS systemen, informatie over actuele snelheidscontroles via GSM en internet, meldingen via de radio en in de landelijke dagbladen wel worden toegestaan? Nota Bene waarschuwt de overheid zèlf ook voor locaties waar wordt gecontroleerd. In dat laatste geval gaat er volgens het Ministerie een preventieve werking uit van de waarschuwing terwijl men waarschuwingen via een radardetector juist weer wil verbieden.



Tot slot doet het Ministerie in haar poging radardetectoren te verbieden het Europees recht groot geweld aan. De radardetectoren die door onze organisatie worden geleverd voldoen op alle fronten aan de hoogste Europese eisen. Als gevolg daarvan mag geen van de Europese lidstaten de verkoop en het gebruik van de apparatuur belemmeren tenzij er sprake is van verstoring van de openbare orde of het in gevaar brengen van de veiligheid. Zulke zaken zijn meetbaar in een onderzoek. Het Ministerie weigert echter halsstarrig zo’n onderzoek te laten uitvoeren omdat het resultaat te lang op zich zou laten wachten. In aanmerking genomen dat het Ministerie al sinds 1997 aan het bakkeleien is over het verbieden van radar detectoren zou je verwachten dat een paar jaar meer of minder niet meer zo veel uitmaakt.



Het begint er echter steeds meer op te lijken dat de Minister de uitslag van een onderzoek absoluut niet kan gebruiken. Het bovenstaande brengt ons bij de vraag of de Minister zich nou zorgen maakt over de verkeersveiligheid of over haar financiële zekerheid

 
 
Bron: Target Automotive
 
  12-4-2003  


|

FlitsKaart