ARNHEM, donderdag 01-02-2007 Passeerhavens voor tractoren die op 80 kilometerwegen rijden, zijn een groot succes. Automobilisten hoeven zich hiermee niet langer op te vreten achter een tergend langzaam rijdende tractor.

Op speciale korte stroken langs de weg, de zogeheten passeerhavens, kan de tractor tijdelijk uitvoegen zodat de achteropkomende auto’s en vrachtwagens veilig kunnen passeren. Proeven in de provincie Gelderland wijzen uit dat het werkt en zowel door boeren als automobilisten als plezierig wordt ervaren.

„Bedoeling is nu om ook op andere plaatsen deze passeerhavens aan te leggen”, zegt Chris Pit van de provincie Gelderland. „Je ziet dat steeds meer provincies ermee experimenteren. Er werd al langere tijd gezocht naar een oplossing voor de tractoren op 80 kilometerwegen en dit lijkt nu het beste compromis.”

Voorrang
Medio vorig jaar zijn in Zeeland, Overijssel en Gelderland dergelijke passeerstroken aangelegd. In Limburg heeft Rijkswaterstaat al wat langer ervaring met de speciale tractorstroken. „In deze regio liggen veel loonbedrijven langs de 80 kilometerwegen waar voorheen ook nog eens veel ongevallen gebeurden. Het inhalen op dergelijke wegen is zeer gevaarlijk”, aldus een woordvoerder van Rijkswaterstaat Limburg. „De aanleg van de speciale passeerhavens heeft goed gewerkt. De automobilist weet dat hij maar even hoeft te wachten en verderop kan inhalen. De tractorbestuurder moet bovendien eerst voorrang geven voordat hij de weg weer op mag.”

Agrariërs moeten de laatste jaren steeds grotere afstanden afleggen, bijvoorbeeld om de mest uit te rijden. Door de verscherpte mestregels kunnen ze vaak niet meer alleen op hun eigen land terecht. Op weg naar ander land zijn ze dan aangewezen op de regionale wegen.

„Je kunt ze ook niet alleen maar over de lokale wegen laten rijden, want dan moeten ze door de dorpskernen. Die grote apparaten met veel scherpe uitstekende onderdelen zorgen voor een onveilig gevoel bij voetgangers en fietsers”, legt Pit uit. „Met de passeerhavens kunnen we ze nu veilig via de provinciale weg om de kern heen laten rijden.”

De parkeerplaatsen langs de weg bleken niet geschikt om de agrariërs tijdelijk te laten wachten voor de trits auto’s achter hen. „Ze hebben geen zin om te stoppen. De parkeerhavens als passeermogelijkheid werken dus niet.” De passeerhavens die speciaal voor landbouwvoertuigen worden aangelegd zijn daarom langer dan de parkeerplaatsen. Het gebruik ervan kan zowel vrijwillig als verplicht gebeuren. De verplichte stroken moeten enkele tientallen meters lang zijn. Het is er verboden te parkeren voor vrachtwagens.