Tweemaal vrijspraak bezit/gebruik radardetector





 

Het gerechtshof te Leeuwarden heeft op vrijdag 23 juni 2006 onmiddellijk uitspraak gedaan in de zaak van de heer J.B., een 62-jarige man uit de provincie Drenthe. Onze cliënt werd verdacht van het aanwezig hebben in zijn auto van een radardetector.



Onze cliënt is bijgestaan door mr. Wim Anker.



Cliënt werd ervan verdacht te hebben gereden in een auto, die was voorzien van een radardetector. Cliënt heeft van meet af aan dit gegeven ontkend. Wel waren in de auto waren een houder, enige draden en een antenne aanwezig. Het systeemkastje lag echter in zijn woning. Dit kon worden bevestigd door zijn echtgenote, die als getuige ter terechtzitting optrad. De politie zelf had ten tijde van het constateren van het feit geen nader onderzoek naar de aanwezigheid van het systeemkastje gedaan.



De politie stelde dat bij controle door middel van een zogeheten Radar Detector Detector (RDD) op de rijweg drie keer sprake was van een signaal. Een signaal is in beginsel een teken dat sprake is van aanwezigheid van radarapparatuur. Dit betekent echter nog niet dat het drie keer om onze cliënt zou moeten gaan. Er was op dat moment namelijk sprake van een rij van ca. zes auto’s. Ook één van de andere auto´s zou dus het signaal op het detectiesysteem van de politie hebben kunnen veroorzaken.



De kantonrechter te Winschoten had cliënt veroordeeld tot een geldboete van € 250,--.



In hoger beroep volgde ter terechtzitting een volledige vrijspraak.



Een soortgelijke casus deed zich tevens voor ten overstaan van de kantonrechter te Hilversum op vrijdag 30 juni 2006. De verdachte, een consultant, overkwam hetzelfde als onze cliënt J.B. en ook hij had het verweer dat het belangrijkste onderdeel van de radardetector niet in de auto aanwezig was. Derhalve was er niet sprake van een apparaat dat geschikt is om te waarschuwen voor snelheidsmetingen via radarapparatuur. Ook in deze zaak volgde volledige vrijspraak, mede naar aanleiding van de zaak van onze cliënt J.B. Voorafgaande aan de zitting bij de kantonrechter in Hilversum had de consultant zich laten adviseren door onze kantoorgenoot mr. Evert Kuiters.



Uit het bovenstaande blijkt dat politie en justitie soms wel erg gemakkelijk aannemen dat er sprake is van een radardetector, zoals bedoeld in het Voertuigreglement.

 
 
Bron: Anker & Anker Advocaten
 
  7-4-2006  


|

FlitsKaart