Uitkomsten peiling maximumsnelheden op snelwegen





 

Begin september peilde de ANWB via de website de gebruikerservaringen met de nieuwe maximumsnelheden op de snelwegen die sinds september 2012 gelden. In september kwam de ANWB op basis van een meldpunt tot 7 aanbevelingen. In hoeverre deze aanbevelingen een jaar later nog relevant zijn, is getoetst met deze peiling. Een peiling waar uiteindelijk 4010 mensen aan meededen, waardoor een duidelijk beeld naar voren is gekomen over hoe de weggebruikers de nieuwe snelheidslimieten ervaren.

Doorrijden is fijn
Een meerderheid van de weggebruikers vindt de invoering van 130 km/h als maximumsnelheid een goede maatregel. Deze maatregel wordt vooral gewaardeerd omdat doorrijden prettig gevonden wordt. De helft van de mensen geeft aan ook harder te zijn gaan rijden, hoofdzakelijk omdat ze graag doorrijden als dat kan, maar ook om zich goed aan te passen aan de overige weggebruikers. Hierdoor ontstaat ook het gevoel dat de doorstroming verbetert.

Een kwart van de respondenten waardeert het verhogen van de snelheid naar 130 km/h niet. Eén van de redenen hiervoor is dat ze het voor het milieu slecht vinden. Zij rijden dan ook niet harder omdat dit brandstof scheelt en het voor de reistijd nauwelijks gevolgen heeft. De belangrijkste reden waarom sommige mensen niet enthousiast zijn over de nieuwe maximumsnelheid is dat de verkeerssituatie onduidelijker geworden is.

Maar het moet wel duidelijk
Van degenen die de nieuwe maximumsnelheid geen goede maatregel vinden, zegt driekwart dat dit komt doordat de verkeerssituatie onduidelijker is geworden met alle verschillende snelheden. Iets wat ook degenen die de maatregel wel positief vinden, erkennen. Maar liefst twee op de drie weggebruikers vinden een jaar na de invoering van de nieuwe snelheden het vaak onduidelijk hoe hard ze mogen rijden. Zo vindt de helft van deze mensen het lastig om te begrijpen wat de maximumsnelheid is als er een uitzondering van de maximumsnelheid op een onderbord staat.

Door de onduidelijkheid raken de mensen in verwarring en rijden ze regelmatig een verkeerde snelheid. Ook zijn weggebruikers veel bezig met de snelheden, waardoor ze afgeleid worden. De onduidelijkheid leidt tot irritatie bij de weggebruikers.

De vele uitzonderingen op de maximumsnelheid maken het ook niet makkelijk. Ruim de helft van de respondenten snapt dat er uitzonderingen op de maximumsnelheid zijn om daarmee de veiligheid, de omgeving of het milieu te dienen. Maar een overgrote meerderheid van ongeveer twee op de drie weggebruikers geeft ook aan dat door de vele snelheidsbeperkingen het onoverzichtelijk wordt. Door de vele wisselende snelheden missen deze mensen regelmatig een bordje.

Informeer over snelheden
Er worden ook mogelijke oplossingen aangegeven voor de vele verschillende snelheden. Een ruime meerderheid van de mensen die het nogal eens onduidelijk vinden, mist langs de weg de constante informatie over de geldende snelheid. De beschikbare snelheidsinformatie in de auto wordt nog niet zo goed gewaardeerd. Meer dan de helft van de weggebruikers gebruikt geen navigatiesysteem om te zien wat de geldende maximumsnelheid is. De belangrijkste reden hiervoor is dat deze informatie vaak niet klopt. Ook degenen die het navigatiesysteem wel gebruiken geven aan zij vaak onjuiste snelheidsinformatie krijgen. Al met al geeft tweederde van de weggebruikers aan ontevreden te zijn over de snelheidsinformatie die het navigatiesysteem aangeeft.

Verbetermaatregelen
Eerder deed de ANWB zeven aanbevelingen. Van deze aanbevelingen blijken er drie nog hard nodig te zijn. Vandaar dat de ANWB de volgende verbetervoorstellen doet op basis van de peiling:


1. Zet een publiciteitscampagne op om mensen te wijzen op de nieuwe maximumsnelheid van 130 en de betekenis van de onderborden.

Nog steeds is er veel onduidelijkheid en zijn mensen zich onvoldoende bewust van de geldende maximumsnelheid. Vooral de onderborden worden nog als lastig ervaren. Door te zorgen voor een enkel onderbord (6 - 19 uur) zal dit iets eenvoudiger worden. Maar ook dan zal er verwarring blijven, vooral over hoe hard er buiten die tijden gereden mag worden. De wisselingen met en zonder onderbord maken het ook niet duidelijker. Meer voorlichting hierover is dan ook gewenst.

2. Pas de infrastructuur dusdanig aan dat voor langere trajecten een zelfde snelheidslimiet kan gelden, om zodoende de lappendeken te voorkomen. Op enkele specifieke punten waar een lagere snelheid wenselijk is, kunnen adviesborden worden geplaatst.

De vele borden langs de wegen maken het voor weggebruikers niet makkelijk. Door langere trajecten met een zelfde snelheid te hebben, kunnen veel snelheidswisselingen en veel borden voorkomen worden. Idealiter gelden er op dit lange traject geen snelheidsbeperkingen. Indien dit niet mogelijk is dan is er een voorkeur voor een snelheidsbeperking die voor een langer traject dezelfde is. Zo is een langer traject met 120 km/h voor een weggebruiker duidelijker dan veel wisselingen tussen 120 km/h en 130 km/h.

3. Bekijk de mogelijkheden om weggebruikers bij aangepaste snelheidsregimes ook te informeren via matrixborden, hectometerpaalborden en/of navigatiesystemen.

Weggebruikers die een bordje missen, worden niet geholpen door ondersteunende informatie langs de weg of in de auto. Hieraan is wel behoefte bij de weggebruikers. Dit zou langs de weg kunnen, maar ook in de auto. In dat laatste geval dient de informatie van de navigatiesystemen aanzienlijk te verbeteren. Hier ligt een rol voor de producenten van navigatiesystemen.

 
 
Bron: ANWB
 
  24-9-2013  


|

FlitsKaart