Uitleg verbod op radardetectoren





 

Als gevolg van de grote stroom aan vragen die ons kantoor de afgelopen tijd heeft bereikt, volgt hierna een uitleg van de problemen die rijzen na het ingevoerde verbod van radardetectoren.



Bij besluit van 3 november 2003 (Staatsblad 2003, 464) is het Voertuigreglement gewijzigd en wel zodanig dat daarin een verbod voor radarontvangstapparaten wordt opgenomen. Dit besluit is in werking getreden met ingang van 1 januari 2004. Het Voertuigreglement is als volgt gewijzigd:



A. Na artikel 1a.6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:



Artikel 1a.7

1. Het is verboden om radarontvangstapparaten die geschikt zijn om de aanwezigheid aan te tonen van een apparaat dat tot doel heeft om een overschrijding van de maximum snelheid vast te stellen, in te voeren, te koop aan te bieden, in voorraad te hebben of af te leveren.

2. Het eerste lid geldt niet voor de apparaten die in Nederland worden ingevoerd en waarvan door middel van handelsbescheiden wordt aangetoond dat de apparaten aansluitend worden uitgevoerd naar een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen.



B. Na artikel 5.1.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:



Artikel 5.1.6

Het is de bestuurder van een motorrijtuig verboden daarmee te rijden en de eigenaar of houder verboden daarmee te laten rijden, indien in of aan het motorrijtuig een radarontvangstapparaat aanwezig is, dat geschikt is om de aanwezigheid aan te tonen van een apparaat dat tot doel heeft om een overschrijding van de maximumsnelheid vast te stellen.



C. Artikel 8.1 komt te luiden: Overtreding van de artikelen 5.1.1, eerste en tweede lid, 5.1.2, 5.1.3, 5.1.4 en 5.1.6 is een strafbaar feit.



Volgens de Nota van Toelichting op dit besluit strekt dit besluit ertoe om radarontvangtapparaten te verbieden die geschikt zijn om de bestuurders te waarschuwen dat er een meting van de snelheid plaatsvindt. Deze apparaten worden in het spraakgebruik ook wel aangeduid als radarverklikkers.



Artikel 1a.7 is – kort gezegd - gericht op de handel in radarverklikkers: het invoeren, te koop aanbieden, in voorraad hebben en afleveren van de apparaten. Dit artikel richt zich dus bijvoorbeeld tot de importeur of de fabrikant van dergelijke apparaten en/of de winkels die deze apparaten verkopen. Artikel 5.1.6 richt zich op de bestuurder/eigenaar/houder van een motorrijtuig. In dit artikel wordt de bestuurder/eigenaar/houder van een motorrijtuig verboden om een radarverklikker in of aan een rijdend motorrijtuig aanwezig te hebben. Beide artikelen betreffen geen misdrijven, maar overtredingen. Het eerstgenoemde artikel (1a.7) is een economisch delict. Hierop staat als straf hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie (= maximaal € 11.250,-). Artikel 5.1.6 is een strafbaar feit en hierop staat als straf hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie (= maximaal € 2.500,-).



Het Openbaar Ministerie heeft reeds aangekondigd dat mensen die zijn aangehouden met een radardetector in hun auto een boete zullen ontvangen ter hoogte van € 250,-. De boete is hoogstwaarschijnlijk in de vorm van een transactievoorstel; een voorstel ter voorkoming van verdere strafvervolging. Met andere woorden: wordt het transactiebedrag betaald, dan wordt voorkomen dat men voor de rechter moet verschijnen. Wordt de boete niet betaald, dan ontvangt men een dagvaarding om voor de kantonrechter te verschijnen. Of het verstandig is om de boete te betalen of om de zaak voor de (kanton)rechter te laten komen, is onder meer afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval. Laat men de zaak voor de kantonrechter komen, dan moeten wij er wel op wijzen dat hieraan de nodige kosten van rechtsbijstand zijn verbonden. Het is mogelijk dat deze kosten hoger uitvallen dan de hoogte van het transactiebedrag.



Over het al dan niet afstand doen van de in beslag genomen radarontvangstapparatuur nog het volgende. Doet men afstand, dan zal de radardetector hoogstwaarschijnlijk door justitie worden vernietigd. Zolang er geen afstand wordt gedaan, is justitie gehouden de detector te bewaren, totdat over het beslag een beslissing wordt genomen door de rechter. Dit kán echter betekenen dat diegene dan géén transactievoorstel ontvangt, maar meteen wordt gedagvaard om voor de kantonrechter te verschijnen. Het kan echter ook zo zijn dat diegene wél een transactievoorstel ontvangt, waarbij – indien er akkoord wordt gegaan met het voorstel – dit automatisch inhoudt dat diegene (alsnog) afstand doet van de in beslag genomen apparatuur.



Sinds 1 januari 2004 zijn reeds vele mensen aangehouden en is hun radardetector uit de auto in beslag genomen. In verband met de vele verzoeken aan ons kantoor om advies, informatie dan wel rechtsbijstand hieromtrent, zijn wij alle aanmeldingen aan het inventariseren.
Een aantal van de mensen dat is aangehouden heeft reeds een transactievoorstel ontvangen. Met betrekking tot voornoemde problematiek heeft er tot op heden - voorzover ons bekend - nog geen zaak gediend voor de kantonrechter.

 
 
Bron: Anker en Anker strafrechtadvocaten
 
  20-2-2004  


|

FlitsKaart