|
Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) heeft ten onrechte voor zeker vijf miljard euro aan boetes geïncasseerd. Dat zegt Oldenzaler Einar van Roon. Hij voert elf procedures tegen de overheid om beschikkingen boven tafel te krijgen die ten grondslag liggen aan de ,administratieve sancties’ zoals het CJIB de boetes noemt.
De beschikkingen bestaan in de zin van de wet echter niet, betoogde Van Roon vrijdag bij de kantonrechter in Enschede.
De Twentsche Courant Tubantia van zaterdag meldde:
Oldenzaler vecht tegen "fout" CJIB
De beschikking die het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) na een verkeersovertreding verÂstuurt, bestaat niet. Dat betoogÂde Oldenzaler Einar van Roon gisteren bij kantonrechter W. ElÂferink in Enschede.
Als de kantonrechter in de visie van Einar van Roon meegaat, dan zijn vele miljoenen verkeersboetes ten onrechte door het CJIB geïncasseerd met een toÂtaalbedrag van zeker vijf miljard euro. In de 1989 trad de Wet MulÂder in werking waardoor bekeurinÂgen niet meer strafrechtelijk maar administratiefrechtelijk konden worden afgehandeld om het ernÂstig overladen justitieel apparaat te ontlasten.
Het gaat om snelheidsovertredinÂgen, door rood licht rijden, verÂkeerd parkeren en enkele andere, relatief lichte verkeersvergrijpen.
De afwikkeling van deze verkeersÂovertredingen kwam in handen van het CJIB dat brieven verstuurt waar Beschikking boven staat. Daarin wordt de aard van de overÂtreding omschreven waarvoor een "administratieve sanctie" (boete) wordt opgelegd.
Volgens Van Roon is er echter geen sprake van een beschikking in de zin van de wet. De beschikÂking zou een schriftelijke beslisÂsing van een daartoe aangewezen bestuursinstantie moeten zijn. "Volgens deWet Mulder moet een ambtenaar van zo'n orgaan de beÂschikking nemen", betoogt Van Roon. "En deze beschikkingen zijn nog nergens boven tafel gekoÂmen."
De brief van het CJIB kan volgens hem niet worden uitgelegd als een beschikking, waarmee de rechtsÂgrond onder het innen van de boeÂte wegvalt.
"Het CJIB is slechts belast met het incasseren van administratieve sancties die door andere instanties zijn opgelegd. Het kan zelf geen beÂslissingen nemen of beschikkinÂgen vervaardigen."
Van Roon verzette zich bij het kanÂtongerecht tegen twee dwangbeveÂlen voor niet betaalde verkeersboeÂtes, waarbij het ontbreken van een officiële beschikking inzet van het verweer was.
Het gaat onder meer om een snelÂheidsovertreding in Groningen van 90 euro die is opgelopen tot 168,75 euro en eentje in Utrecht van 110 euro die nu 206,25 euro beÂdraagt.
De Oldenzaler heeft de bekeurinÂgen niet voldaan omdat die zijn geÂbaseerd op niet bestaande beschikÂkingen. Ook de dwangbevelen stoeÂlen hierop en zijn daardoor volÂgens Van Roon niet rechtsgeldig. Ook ontbreekt een officieel manÂdaat waarmee het CJIB het dwangÂbevel oplegt.
"Ze zijn eveneens anoniem en digiÂtaal ondertekend. Naam en initiaÂlen van de ondertekenaar ontbreÂken. Executieofficier van justitie Boelen van het arrondissementÂsparket Leeuwarden waar het CJIB ook gevestigd is, heeft tegenover mij bevestigd dat het in elk geval niet zijn handtekening is die eronÂder staat. Ook al lijkt de ondertekeÂning op die van hem."
Volgens de Oldenzaler zou het om een misdrijf gaan omdat de produÂcent van het dwangbevel een onÂjuiste of valse hoedanigheid heeft aangenomen.
Kantonrechter Elferink vond dat Van Roon al bezwaar had moeten maken tegen de beschikkingen en met zijn verweer nu te laat was. "Maar die beschikkingen bestaan helemaal niet, dus kan ik er ook geen bezwaar tegen aantekenen", repliceerde Van Roon. Elferink denkt vier weken nodig te hebben voor een vonnis, het dubbele van een normale termijn.
Van Roon is al een kleine twee jaar bezig om bij diverse instanties zijn gelijk te krijgen. Er lopen elf procedures tegen de overheid om aan te tonen dat de beschikkingen niet bestaan.
|
|