Wegengeld blijft op de plank liggen





 

Rijkswaterstaat houdt volgend jaar 700 miljoen euro over door de aanhoudende vertragingen met wegenprojecten. Het geld mag niet terugstromen naar de rijkskas, waarschuwt de politiek.

Bouwend Nederland maakt zich ernstige zorgen over de zogenaamde onderuitputting die ontstaat vanwege de luchtnormen. Vorig jaar bleef 500 miljoen euro op de plank liggen. De diverse verkeerswoordvoerders in de Tweede Kamer maken zich zorgen dat minister Bos (financiën) zijn oog op de geldzak laat vallen.
Het CDA en de PvdA denken erover om het geld in te zetten voor infraprojecten die ongeschonden de procedures hebben doorlopen. Sommige onherroepelijk geworden projecten kunnen naar voren worden gehaald om het geld toch te besteden, bepleit CDA-Kamerlid Ger Koopmans. “De wegen die voor later zijn gepland, kunnen we dan versneld uitvoeren”.

Luchtkwaliteit blijft het grootste probleem waardoor geplande werken niet van de grond komen. Deze week werd bekend dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat 38 wegenprojecten opnieuw toetst aan de luchtregelgeving. De meeste projecten lopen daardoor weer maanden vertraging op. “Ik verwacht nog meer problemen en vertragingen”, zegt Koopmans. “Daarom moeten we flexibel zijn in de geldverdeling. Als het maar naar projecten van het MIRT gaat.”

Oorlog
De PvdA voelt daar ook voor, zegt Kamerlid Lia Roefs. De VVD voorspelt oorlog als het zover komt dat het geld anders wordt verdeeld. Volgens de liberalen heeft verkeersminister Eurlings beloofd dat de gelden gereserveerd blijven voor de projecten waarvoor ze zijn weggezet.
Bouwend Nederland pleit opnieuw voor de ontkoppeling van de milieuwetgeving. Een groot deel van de Tweede Kamerleden ziet dat echter niet zitten. “We zitten nu in een noodsituatie. De PvdA en het CDA moeten door de bocht. Alleen ontkoppeling van de luchtnormen helpt”, zegt VVD’er Paul de Krom.

 
 
Bron: Cobouw
 
  12-2-2007  


|

FlitsKaart